Het modem aansluiten
- Sluit de kabel die uit het KPN aansluitpunt komt aan op de grijze poort (DSL).
- Sluit je telefoon aan op de eerste groene poort (Phone1).
- Sluit bekabelde apparaten (bijvoorbeeld een computer) aan op de gele ethernetpoorten.
- Sluit de voedingsadapter aan op de zwarte poort (Power).
- Druk de knop in om het modem aan te zetten (On/Off), en wacht 5 minuten totdat het modem volledig is opgestart.
Nieuw modem
![modem]()
Oud modem
![modem]()
Werking controleren
Als het modem is opgestart branden er een aantal lampjes. De volgende lampjes moeten in ieder geval branden om verbinding te krijgen.
- Power: Brand dit lampje niet? Controleer dan of de adapter goed is aangesloten en de on/off-knop is ingedrukt.
- Internet en Services: Branden deze lampjes niet? Controleer dan of de kabel die van het kpn-aansluitpunt is aangesloten op de grijze poort (DSL)
Draadloze verbinding instellen
Als het modem succesvol geïnstalleerd is, kun je je draadloze apparaten instellen. Hoe dit moet verschilt per apparaat. Controleer de sticker op de onderzijde van het modem. Hierop staan 2 gegevens die je nodig hebt om met het modem te verbinden.
- SSID (Network name)
- WPA2 Wireless key
Neem deze gegevens over of maak een foto van de sticker. Start dat het apparaat dat je wilt instellen en volg de volgende stappen
- Open de netwerkinstellingen van het apparaat en zoek naar de netwerknaam van het modem (SSID)
- Tik op het netwerk of klik bij het netwerk op "Verbinden"
- Het apparaat zal vragen om het wachtwoord. Voor hier netwerkwachtwoord in (WPA2 Wireless Key)
Meer informatie
Op internet vind je meer informatie over het verbinden met een draadloos netwerk: